FAQ's

 

- Welke sondeercapaciteit

 
 

De druk die een funderingsmassief op de grond uitoefent dijt uit in de diepte. Wanneer daar slappe grond aanwezig is, kan deze onder de overblijvende druk worden samengedrukt of zelfs bezwijken. Het is daarom noodzakelijk dat we de stevigheid van de grond kennen tot meerdere meters onder de funderingsaanzet en dat voldoende diep wordt gesondeerd.
 
Er wordt van uitgegaan dat een sondering een diepte van tenminste 6-8m moet bereiken om voor een zool of strookfundering geen ernstige onderschatting van de zettingen te riskeren bij de berekening ervan. Voor bredere funderingsmassieven of voor een plaatfundering moet de indringing theoretisch nog een stuk dieper gaan. Wanneer moet gefundeerd worden op palen is een benodigde indringingsdiepte van 25-30m geen uitzondering. Hoe groter de drukkracht die kan worden geleverd, hoe dieper we raken. De bereikte diepte hangt ook in hoge mate af van de grond zelf. Gewoonlijk wordt er van uit gegaan dat een sondeercapaciteit van minder dan 50kN als ontoereikend moet worden beschouwd. 50kN-sonderingen kunnen worden verantwoord wanneer het niet mogelijk is zware 100kN of 200kN apparatuur terplaatse te krijgen of wanneer uit sonderingen in de onmiddellijke omgeving geweten is dat ze voldoende diep indringen. Meestal wordt gekozen voor 100kN of 200kN sonderingen. In het eerste geval wordt gemiddeld genomen een diepte van bijna tien meter bereikt, voor 200kN sonderingen is dit een vijftiental meter. We raden voor woningbouw daarom aan steeds te kiezen voor teminste 100kN (10-Tons) sonderingen.200kN (20-Tons)-sonderingen worden meestal voorzien wanneer men weet dat in de buurt gefundeerd wordt op palen, wanneer het gaat om zware, grote constructies of wanneer men niet het risico wil lopen dat de minder zware sonderingen onvoloende diep raken.