FAQ's

 

- Wat weten we over de grondwaterstand na de sondeerproeven?

 
 

Na het uittrekken van de sondeerstangen peilen we naar water in het sondeergat. Wanneer het sondeergat blijft openstaan en er is water aanwezig, geeft dit meestal een goede indicatie. Door allerhande factoren zoals het dichtslibben van het sondeergat, het opzuigen van water, vernauwingen die optreden, instromend oppervlaktewater etc. kunnen de gemeten waterstanden afwijken van de werkelijke grondwaterstand. Algemeen geldt dat de metingen van het grondwaterniveau in een zandige grond redelijk betrouwbaar zijn, in een leem- of kleirijke grond is dit minder het geval.. Wil men een betrouwbare meting van de grondwaterstand, dan wordt beter een peilbuis of piëzometer geïnstalleerd. Dit is een plastic buis met filterelement dat in het sondeergat of een geboord gat wordt geplaatst en waarin het water kan stijgen tot het een evenwicht bereikt.